maandag 23 juni 2008

Mogelijkheden van (ruimtelijke) ordening

Een paar keer kijken naar België, naar de indeling van het land, leert ons dat er absoluut niet is nagedacht over het concept 'Ruimtelijke Ordening'. Of juist wel, maar dan zonder kennis van enige esthetica. Op een bepaalde manier echter, heeft het Belgische landschap wel iets. Noem het gerust volstrekt vreemd.

Een korte wandeling in de weidse velden in mijn gemeente Steenokkerzeel. Zinderend hete lucht, stofwegjes, gewassen die smeken om een druppel regen, maar die nattigheid niet direct zullen ontvangen. En aan de horizon, die eeuwige verzameling kerktorens en bomen.

Soms heeft het iets Toscaans. Kaarsrechte en hoge populieren, goudgeel graan, veel stof. Maar tegelijkertijd heeft het landschap dan ook weer die typische Vlaamse factor: best nog wel groen. België is op zijn mooist rond deze periode: het loof ziet nog groen, leeft, de warmte begint net heiig te worden en de bevolking maakt zich op voor lange barbecue-avonden. Dit land heeft wel degelijk een psyche, zij het van subtiele aard, die zich kenmerkt door de mate waarin ze niet of weinig in vraag wordt gesteld.

Ik vat het niet.

Het is pas sinds kort dat ik me de kunst van het schrijven over niet-journalistieke onderwerpen eigen maak. Het resultaat bent u nu aan het lezen. Ongetwijfeld zal het met vallen en opstaan gebeuren, zal het geschrijf niet altijd helder en onderbouwd zijn, maar dat kan me ergens niet echt schelen. Anderzijds trek ik het me wel aan als lezers mijn geschriften niet op prijs stellen. Soms vraag ik me zelfs luidop af of deze blog zin heeft, daar ik merk dat weinigen al dit moois lezen.

Tja, wat is bloggen dan ook in deze wereld? Een ijdelheidslocatie, om een andere blogger - waarmee ik om een niet zo erg duidelijke reden een niet zo goede verstandhouding heb - te citeren. De geciteerde is een dichter, meerbepaald een haikuschrijver, en heeft een nogal eigenzinnige manier van schrijven, steeds volgens een bepaald patroon: ergeren aan de buitenwereld die hem niet begrijpt, veralgemenend poneren dat de mensheid niet tegen kritiek kan en vervolgens van de weeromstuit er aan toevoegen dat hij maar een mens is en ook kan falen. Eerlijk gezegd lees ik zijn blog vaak wel graag. Op een bepaalde manier een man naar mijn hart, al wil hij dat niet geweten hebben of beseft hij het niet.

Een blog dus een ijdelheidslocatie? Waarschijnlijk. Toch zie ik er meer in. Of juist minder. Vermits ik van mezelf weet dat ik verschrikkelijk ijdel kan zijn - weliswaar verfijnd - zal deze blog wel onder die noemer thuishoren. Maar anderzijds vind ik ijdelheid een nogal omfloerst begrip, paradoxaal haast. We vinden wat we doen ijdel van onszelf en koesteren dan een soort haat-liefdeverhouding met onze individualiteit, genre 'Ik mag niet ijdel zijn, maar ik ben het toch'. Ja, inderdaad, maar even vaak vinden we wat we schrijven toch goed en lachen we complimenten regelmatig weg met 'ach, ja, is niet zo moeilijk om te schrijven hoor'. Eerlijk gezegd vind ik heil in paradoxen, omdat ze de wereld zelf zijn, ontbonden in tweeledige factoren. Een bron van inspiratie.

Mijn blog is dus in zekere zin een ijdelheidslocatie.

Het is een vreemde tijd. Zweven tussen de wereld van de gediplomeerden, de eeuwige studenten en de werkende medemens. Overmorgen weet ik of ik mijn opleiding tot journalist met verve kan bekronen. Of het een nipte overwinning wordt. Of het een herkansing wordt. Dat laatste zeg ik er bij omdat ik vorig jaar niet aan een doemscenario wist te ontsnappen: één fucking vak dat slecht was, en dan nog het uiterst subjectieve 'Stem en Uitspraak'. Mooi praten, Brabants accent wegvagen en zo van die dingen. Dit jaar zit de schrik voor dergelijke vakken er goed in.

Onderhand begin ik deze telexen over varia wel leuk te vinden, daarom: ik luister momenteel naar de Braziliaanse Bossanovazangeres Astrud Gilberto en heb daarnet 'Particules élementaires' van Michel Houellebecq voor de tweede keer uitgelezen. Mijn weekendkrant en maandageditie zijn zorgvuldig (alhoewel) gescand, en er liggen nog een aantal goede cd's gaande van filmmuziek van Miles Davis (L'ascenseur pour l'échafaud - Louis Malle) tot het absolute meesterwerk Dark Side of the Moon van Pink Floyd, verder verzameld werk van de Egyptische diva Oum Khaltoum en elektronische blieps en synthesizerpartijen van Boards of Canada. En een wandeling in een donker wordend veld als het bovenstaande gaat vervelen. Wie kan tegen deze luxe zijn? Wie kan zich onthechten van al dit moois? De mogelijkheden van een bepaalde ordening. Wat doe ik met mijn leven op een welbepaald moment in een welbepaalde situatie, begeleid door een welbepaald gevoel? Morgen kan u het misschien lezen.

Tot slot: mijn uitstap van vandaag met mijn vriendin Lieve naar Gent: dolverliefd, op een zonnige zomerdag. Twee jonge mensen die genieten, twee jonge mensen die bijna vier jaar lijf en leed delen. Waaromvragen zijn hier niet aan de orde. Of ze hoeven simpelweg niet.

Waarmee ik wil zeggen: doe zoals ons, jonge mensen. Tenslotte is de toekomst van ons, en hoeft het verleden dat nooit in de weg te staan. Vooruitgaan doen we alleszins.

Dit zal het voor vandaag zijn. Ik groet u.

Christophe

Geen opmerkingen: