woensdag 10 maart 2010

De dorpsmens in de hoofdstad

Buiten de stad, dat is een stedelijk polderland, zegt de overlevering. Dat is vast zo omdat Brussel binnen de eigen muren zo hecht is.

Onlangs had ik het opnieuw: gezellig napraten na een interview, waardoor er allerhande wetenswaardigheden in een erg goede verstandhouding worden uitgewisseld. U weet hoe dat gaat: de receptie-uitwisselingsstijl, maar dan meer privé en minder opgefokt. Soit.
Kwamen we bij een onderwerp dat altijd ergens zweeft tussen de betere 'aha' en het verwonderde gezicht: de woonplaats. Sinds niet zo heel lang is dat bij mij in dezen Brussel. Het is te zeggen: een van die negentien dorpjes. Daar ergens.

Voorheen woonde ik, u wel bekend, in Vlaanderen, dat enge gebied voorbij Schaarbeek-Vorming waar Vlamingen wonen. Toen de interviewee dit hoorde, kwamen we dan uiteindelijk terecht bij een Brusselse favoriet: verlicht is de geest, hij of zij, die de reis onderneemt en van Vlaanderen in Brussel komt wonen. Plots moest ik ontdekken dat ik in Vlaanderen onder een kerktoren woonde en dat de grootstad zoveel meer te bieden heeft.

Zoals ik al zei is dit verhaal een favoriet op recepties allerhande in het Brusselse. Iedereen hetzelfde verhaal: de vlucht uit het benauwende Vlaanderen, de wereld in Brussel. We zijn er allen erg meervoudig en kos-mo-po-li-tisch.

Wacht eens even. Kerktoren, benauwend?

Het tegenverhaal bieden is moeilijk, en ik verzaak er meestal aan op recepties. Misschien uit cynisme, misschien omdat ik het gevoel heb dat het toch niet serieus wordt genomen. Maar ik vond, beste lezer, met alle goede wil van de wereld, Vlaanderen niet benauwend. Integendeel: ik had er zelfs het gevoel vrijer te zijn dan in Brussel.

Dat laatste is een complex verhaal. Ik kan het proberen kaderen, maar dan begrijpt u misschien de volledigheid er niet van. Een poging: Brussel is in mijn ogen geen plaats die vrij maakt, maar eerder een vrijhaven. Een vrijhaven kan mensen al dan niet verlossen van hun zorgen en beklemming tenietdoen. Een beklemming die misschien gegroeid is in een klein dorpje, maar dan toch enige tijd geleden.

Maakt Brussel vrij? Of beter: maakt het vrijer? Ik heb de grootstad en de anonimiteit altijd ervaren als een enorme moeilijkheid. In Brussel wordt dat idee van een vrijhaven concreet vertaald in 'iedereen vrij, iedereen zijn zin'. Wat tot kleine rampen leidt. Die gelatenheid maakt mensen mijns inziens juist niet vrijer, maar eerder gebonden. Gebonden aan een waanidee, gebonden aan de gevolgen van zoveel onverantwoordelijkheid. De rokende puinhopen van een vrijheidsexponent, in allerlei opzichten: maatschappelijk, politiek, economisch,...

Mijn kleine Vlaamse dorpje was ook anoniem, maar dan wel met meer verantwoordelijkheidszin. En het mag velen in Brussel misschien verbazen, maar ook in dat dorpje was internet. Waarschijnlijk meer dan in sommige Brusselse wijken. En dat dorpje was ook proper. In dat dorpje was er tenminste nog echte, en niet alleen spreekwoordelijke, ruimte. In die zin was er dus meer plaats voor vrijheid. Echte vrijheid.

Toch krijgt deze redenering de Brusselse idee van kosmopolitisme - de hoofdstad als navel van een cultuurrijke wereld - niet klein. Want vaak wordt in de discussie dan het geweer van schouder veranderd: Vlaanderen is verstedelijkt, en de Vlaming koestert de filosofische droom dat hij in een dorp woont, terwijl hij in de realiteit in een stedelijk netwerk woont.

Dat is ongetwijfeld zo. Maar er wordt wel nooit bijgevoegd dat dit idee - een stedelijk netwerk - wel haaks staat op de eerdere Brusselse gedachte dat iedereen die uit Vlaanderen komt, gevlucht is uit zijn kleine dorp.

U zegt het maar, maar ik raak hierdoor een beetje verward.

Laten we de logica eens omdraaien: ik geef toe dat ik in een stedelijk netwerk heb gewoond, al ben ik er niet uit gevlucht. En dan kom ik in een stad wonen die eerder het omgekeerde is van een stedelijk netwerk: men pretendeert een stad te zijn, maar ont-netwerkt hier graag in dorpen. Met negentien zijn ze, in deze wereldstad.

En die kerktoren, dat moet ook een hardnekkige mythe zijn. Ikzelf kom uit een vrijzinnig nest, en kan alleen maar constateren dat religie in Brussel zowel in het straatbeeld als in debatten prominenter aanwezig is. Dus: het gebedshuis speelt hier ongetwijfeld een veel grotere rol, zij het verdoken.

Dan is een kerktoren veel duidelijker. Alleen maar omdat hij louter tot symbool is verworden. Een symbool voor wie het verkeerdelijk wil interpreteren.