vrijdag 27 juni 2008

Bachelor in de Journalistiek met Onderscheiding















Twee glazen champagne, een diploma en een dame als gesprekspartner. Ondergetekende liet zich de avond welgevallen. Mijn haar wordt wel lang.

Drie jaar studeren. Het zit er op. Snel voorbij, gevolgd door de foute receptie met heel veel champagne. Voorafgegaan door een plechtigheid in een bioscoopzaal met rood tapijt, een veredelde pornobioscoop met de studenten als hoofdrolspelers. Maar niet op de manier die u nu in uw hoofd heeft. Viezerikken.

Moeders en traantjes. Spotlights. Enthousiaste docenten die de lof zingen over mijn Kosovoproject. En dan dat diploma vasthouden, die plechtige tekst, die titel, die graad. Ik heb het gedaan.

Zesenzeventig procent. Vier punten onder Grote Onderscheiding, maar dat kan geen kwaad. Een zestien op twintig voor mijn reportage over Kosovo. Een zeventien op twintig voor mijn Stage. Maar ook een tien op twintig voor het vak radiotechnieken, allesbehalve een minnares of goede vriend. Tegenvallende punten voor Engels, maar direct goed gemaakt door mijn eindwerkquotering. Ik weet immers dat mijn Engels meer dan behoorlijk is. Getuige het verleden (maar ook de toekomst - vergis u niet) van deze blog. En mijn interviews in Kosovo.

En geen punten onder de tien of addertjes onder het dorre gras der ongesmeerde stembanden of verkeerde ademhaling. Acht glazen champagne (het kunnen er ook meer geweest zijn) toverden ondergetekende om tot een spraakwaterval met enige kennis van zaken. Prompt zijn de oplossingen voor de crossmediale toekomst van de Journalistiek voorhanden. De toekomst oogt mooi, de wereldproblemen zijn net iets draaglijker. Best wel een egocentrische bedoening, zulk een diplomaceremonie. Maar voor een keertje mag dat wel, in alle bescheidenheid.

Wat ik de komende maanden zal doen? Verklap ik nog niet. Misschien weet ik het zelf nog niet. Turkije met mijn vriendin Lieve in september. Werken bij Brussel Deze Week in augustus (en daarna...?). Maar eerst genieten van de tijd en het relatieve comfort van mijn diploma. Voor even. U kent me immers, ik kan niet stilzitten.

Christophe

maandag 23 juni 2008

Mogelijkheden van (ruimtelijke) ordening

Een paar keer kijken naar België, naar de indeling van het land, leert ons dat er absoluut niet is nagedacht over het concept 'Ruimtelijke Ordening'. Of juist wel, maar dan zonder kennis van enige esthetica. Op een bepaalde manier echter, heeft het Belgische landschap wel iets. Noem het gerust volstrekt vreemd.

Een korte wandeling in de weidse velden in mijn gemeente Steenokkerzeel. Zinderend hete lucht, stofwegjes, gewassen die smeken om een druppel regen, maar die nattigheid niet direct zullen ontvangen. En aan de horizon, die eeuwige verzameling kerktorens en bomen.

Soms heeft het iets Toscaans. Kaarsrechte en hoge populieren, goudgeel graan, veel stof. Maar tegelijkertijd heeft het landschap dan ook weer die typische Vlaamse factor: best nog wel groen. België is op zijn mooist rond deze periode: het loof ziet nog groen, leeft, de warmte begint net heiig te worden en de bevolking maakt zich op voor lange barbecue-avonden. Dit land heeft wel degelijk een psyche, zij het van subtiele aard, die zich kenmerkt door de mate waarin ze niet of weinig in vraag wordt gesteld.

Ik vat het niet.

Het is pas sinds kort dat ik me de kunst van het schrijven over niet-journalistieke onderwerpen eigen maak. Het resultaat bent u nu aan het lezen. Ongetwijfeld zal het met vallen en opstaan gebeuren, zal het geschrijf niet altijd helder en onderbouwd zijn, maar dat kan me ergens niet echt schelen. Anderzijds trek ik het me wel aan als lezers mijn geschriften niet op prijs stellen. Soms vraag ik me zelfs luidop af of deze blog zin heeft, daar ik merk dat weinigen al dit moois lezen.

Tja, wat is bloggen dan ook in deze wereld? Een ijdelheidslocatie, om een andere blogger - waarmee ik om een niet zo erg duidelijke reden een niet zo goede verstandhouding heb - te citeren. De geciteerde is een dichter, meerbepaald een haikuschrijver, en heeft een nogal eigenzinnige manier van schrijven, steeds volgens een bepaald patroon: ergeren aan de buitenwereld die hem niet begrijpt, veralgemenend poneren dat de mensheid niet tegen kritiek kan en vervolgens van de weeromstuit er aan toevoegen dat hij maar een mens is en ook kan falen. Eerlijk gezegd lees ik zijn blog vaak wel graag. Op een bepaalde manier een man naar mijn hart, al wil hij dat niet geweten hebben of beseft hij het niet.

Een blog dus een ijdelheidslocatie? Waarschijnlijk. Toch zie ik er meer in. Of juist minder. Vermits ik van mezelf weet dat ik verschrikkelijk ijdel kan zijn - weliswaar verfijnd - zal deze blog wel onder die noemer thuishoren. Maar anderzijds vind ik ijdelheid een nogal omfloerst begrip, paradoxaal haast. We vinden wat we doen ijdel van onszelf en koesteren dan een soort haat-liefdeverhouding met onze individualiteit, genre 'Ik mag niet ijdel zijn, maar ik ben het toch'. Ja, inderdaad, maar even vaak vinden we wat we schrijven toch goed en lachen we complimenten regelmatig weg met 'ach, ja, is niet zo moeilijk om te schrijven hoor'. Eerlijk gezegd vind ik heil in paradoxen, omdat ze de wereld zelf zijn, ontbonden in tweeledige factoren. Een bron van inspiratie.

Mijn blog is dus in zekere zin een ijdelheidslocatie.

Het is een vreemde tijd. Zweven tussen de wereld van de gediplomeerden, de eeuwige studenten en de werkende medemens. Overmorgen weet ik of ik mijn opleiding tot journalist met verve kan bekronen. Of het een nipte overwinning wordt. Of het een herkansing wordt. Dat laatste zeg ik er bij omdat ik vorig jaar niet aan een doemscenario wist te ontsnappen: één fucking vak dat slecht was, en dan nog het uiterst subjectieve 'Stem en Uitspraak'. Mooi praten, Brabants accent wegvagen en zo van die dingen. Dit jaar zit de schrik voor dergelijke vakken er goed in.

Onderhand begin ik deze telexen over varia wel leuk te vinden, daarom: ik luister momenteel naar de Braziliaanse Bossanovazangeres Astrud Gilberto en heb daarnet 'Particules élementaires' van Michel Houellebecq voor de tweede keer uitgelezen. Mijn weekendkrant en maandageditie zijn zorgvuldig (alhoewel) gescand, en er liggen nog een aantal goede cd's gaande van filmmuziek van Miles Davis (L'ascenseur pour l'échafaud - Louis Malle) tot het absolute meesterwerk Dark Side of the Moon van Pink Floyd, verder verzameld werk van de Egyptische diva Oum Khaltoum en elektronische blieps en synthesizerpartijen van Boards of Canada. En een wandeling in een donker wordend veld als het bovenstaande gaat vervelen. Wie kan tegen deze luxe zijn? Wie kan zich onthechten van al dit moois? De mogelijkheden van een bepaalde ordening. Wat doe ik met mijn leven op een welbepaald moment in een welbepaalde situatie, begeleid door een welbepaald gevoel? Morgen kan u het misschien lezen.

Tot slot: mijn uitstap van vandaag met mijn vriendin Lieve naar Gent: dolverliefd, op een zonnige zomerdag. Twee jonge mensen die genieten, twee jonge mensen die bijna vier jaar lijf en leed delen. Waaromvragen zijn hier niet aan de orde. Of ze hoeven simpelweg niet.

Waarmee ik wil zeggen: doe zoals ons, jonge mensen. Tenslotte is de toekomst van ons, en hoeft het verleden dat nooit in de weg te staan. Vooruitgaan doen we alleszins.

Dit zal het voor vandaag zijn. Ik groet u.

Christophe

woensdag 18 juni 2008

Vakantie en zo

Vakantie dan. Op mezelf aangewezen, zich koesteren in de zon en het warme zeewater. Enzovoort.

Als de financiële toestand het volgende maand toelaat, plan ik een reis naar ofwel Egypte ofwel Albanië (en misschien nog eventjes Kosovo). In september zijn er plannen om met mijn vriendin naar Turkije te gaan.

Maar sommige dingen zijn nog belangrijker deze vakantie. Zo moet ik kiezen wat ik volgend jaar ga studeren, want na drie jaar Journalistiek ben ik nog niet voldaan. Professionele opleiding, best wel ok, maar na al die jaren snak ik naar wat meer achtergrondkennis. Op voorwaarde natuurlijk dat ik volgende week mijn diploma krijg, uiteraard. Ook behaal ik waarschijnlijk op het einde van deze maand mijn rijbewijs, en ben ik aldus klaar om lustig de wereld mee te verblijen met extra uitstoot.

En dan rest er me nog de uitdaging om mijn broek te laten zakken aan het Koninklijk Paleis in Brussel na mijn afstudeerreceptie. Een mens kan het druk hebben.

Je ziet, deze blog dient niet altijd om dure woorden en grondige analyses aan de wereld te tonen. Ook ik hou af en toe van de nodige gezapigheid.

Christophe

zondag 15 juni 2008

Zondag, Coltrane en regen

Er moet me iets van het hart.

Mijn stage van drie maanden bij Brussel Deze Week zit er op. Een uiterst actieve periode is daarmee afgesloten. Want Brussel Deze Week, dat was de hele tijd bezig zijn met datgene wat ik drie jaar geleden als studierichting voor gekozen heb: Journalistiek.

Met een stageresultaat dat afstevent op Grootste Onderscheiding, ben ik meer dan gelukkig. En toch heb ik het voorbije weekend met een rare nasmaak geleefd.
Brussel Deze Week was actief bezig zijn, mezelf inzetten om toch maar tijdig een artikel te schrijven, research doen, en dagelijks heen en weer naar Elsene pendelen. En wat rest me nu? Een zee van tijd. Michel Houellebecq. De mensheid, die is er aan. Jazz, regen, en tijd. Een mens begint er sowieso over na te denken. Al dan niet met argwaan. Zonder doel.

Een koffie-afkickverschijnsel. Want koffie, dat is drugs, zeker weten. Er ging nauwelijks een dag op de redactie voorbij dat ik niet talloze malen langs de koffiezet passeerde. 's Ochtends was het een warme begroeting, een grote mok vol steun, vol wakker. Een vierdaags koffieloos experiment verzandde in lethargie en een verminderd concentratievermogen. Ik doe er evenwel goed aan nu af te bouwen.

Behalve voor mijn bittere vriendin: Turkse koffie, gekookt, als het even kan met een stukje Turks fruit. De combinatie die loont.

Ik klets maar wat. Luister naar Duke Ellington en John Coltrane. Vraag me af wat ik de komende twee weken, voor mijn eigenlijke afstuderen, ga doen. Boeken lezen. En films bekijken. Last Tango in Paris. Ex drummer. Sunshine (nog eens). Babel (nog eens). ...

Zoals gezegd, Michel Houellebecq blijft me trouw. Ook al is het niet van harte. De uitleg, het hoe en waarom van kleppers als Particules élementaires, zal u niet op deze blog lezen. Evenmin als het bevreemdende Mogelijkheid van een eiland, pas uit en nu al een begrip in mijn persoonlijke leefwereld. Maar ook: ingewikkeld om te lezen. Moeilijk en tegendraads om uit te leggen. Maar om over na te denken? En de dromen de vrije loop te laten? Altijd ruimte voor. En tijd.

Reizen dan maar. Daarover lezen jullie binnenkort meer. En af en toe een opiniestuk, scheldstuk of broze reflectie. U vlooit het maar uit. Steeds welkom overigens.

Prettige gedachten, veel leesplezier.

Christophe

dinsdag 3 juni 2008

De scheiding, de verrottingsstrategie of de vlucht vooruit - - - Opinie

Er waait een economische wind door Franstalige België, zo lijkt het. Althans als je hoogleraar economie Jacques Thisse van de UCL mag geloven. En die economische wind, die heeft als doel om rond Brussel een 'economische gemeenschap' op te richten die 'de taalwetten respecteert', maar 'economisch samenhangende gebieden' beter moet doen besturen. Dat staat vandaag te lezen in een opiniestuk van de man in De Standaard.

De eerste reactie van de Vlaming is natuurlijk dat dit neerkomt op een uitbreiding van Brussel. En daar heeft het ook alle schijn van. Schijn is echter schijn, en Thisse komt op de proppen met een iets genuanceerder voorstel.

"De zogenaamde ruimtelijke uitzaaiing (het ontstaan van zich uitbreidende nieuwbouwwijken rond de steden) is een verschijnsel dat zich overal voordoet, en Brussel is daarop geen uitzondering. Op basis van de studies van Vlaamse en Franstalige geografen kunnen we een stedelijke gemeenschap afbakenen waarvan de grenzen veel ruimer zijn dan die van de negentien gemeenten. Die gemeenschap zou Vlaamse, maar ook Waalse gemeenten omvatten. (...) Zo'n (sic) gemeenschap zou als taak hebben de Brusselse economische motor aan te zwengelen, iets wat de twee andere gewesten alleen maar ten goede kan komen. (...) De uitdaging is enorm: in een economische omgeving waarin de stedelijke metropolen een steeds belangrijker rol vervullen, komt het er op aan kwesties rond administratief gescheiden, maar economisch samenhangende gebieden beter te besturen."

Verder staat te lezen dat vooral de bevoegdheden leefmilieu, tewerkstelling en mobiliteit door deze gemeenschap zouden kunnen geregeld worden. En nog: "Ze (de stedelijke gemeenschap) kan functioneren zonder te raken aan de taalwetten. Haar beslissingsorganen zouden taalkundig paritair samengesteld zijn, terwijl haar statuut en haar prerogatieven alleen gewijzigd zouden kunnen worden door een wet met bijzondere meerderheid in het (con)federale parlement."

Dit is inderdaad een omfloerste beschrijving van een uitbreiding van Brussel. En nu komt het: omfloerst is niet bepaald uiterst slecht. Dit idee van de heer Thisse is zo slecht nog niet, zij het dat het weinig concreet omschreven is.

Eén van mijn talrijke uitstapjes tussen taalgrenzen leert me dat er haast geen verschil is tussen Strombeek-Bever, dat in Vlaanderen ligt, en Brussel, dat naadloos aansluit bij de rand. Of omgekeerd. Er is niet zoiets als een fysieke taalgrens. Ook al ligt het ons niet erg lekker, de realiteit tegenwoordig, en eigenlijk al sinds lang, is dat Nederlands-en Franstaligen verspreid wonen in de rand of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Niets onderscheidt Strombeek van Brussel, buiten de administratie dan, die van taal verschilt.

Ooit zal dan ook de dag komen dat we ons zullen moeten realiseren dat homogene taalgebieden onrealistisch zijn. Het concept van taalgrenzen is langzaam aan het vervagen. Politieke afspraken leiden in de omgeving van Brussel niet tot ééntaligheid, integendeel. En we moeten er ook eerlijk in durven zijn: het lijkt absurd om in de rand, die grotendeels verstedelijkt is en eigenlijk aansluit bij het Brussels Gewest, politieke taalhomogeniteit te eisen. Dat krijg je in het buitenland niet uitgelegd, ook al vertrok deze wensdroom ooit vanuit een integer kader. Maar nu kunnen we enkel vaststellen dat dit kader gefaald heeft.

Thisse stelt het wat onnauwkeurig, maar waarom kunnen we niet op het idee van een stedelijke gemeenschap voortgaan? Zijn voorstel is niet erg duidelijk, maar het basisidee is dat wel. Misschien moeten we zelfs verder dan dat durven gaan. Waarom niet zorgen voor een politieke en economische entiteit, die de stedelijke gemeenschap definieert? Een nieuw project in een confederaal België. Want zo is de toekomst van dit land, tenminste als we het willen samenhouden.

Op voorwaarde natuurlijk, dat paritair bestuur ook daadwerkelijk paritair bestuur is. In de negentien Brusselse gemeenten bestaat dat tot op de dag van vandaag niet. En een voorwaarde voor zulk een stedelijke gemeenschap moet natuurlijk zijn, dat de nu bestaande wantoestand van negentien gemeenten, afgeschaft wordt. Want negentien gemeenten in het Brussels Gewest, getuigt niet echt van een grootstedelijke visie, maar eerder van een bekrompenheid, al dan niet electoraal gedreven, die men normaal aan Vlaanderen toedicht.

En, uiteraard, op voorwaarde dat ik, eenmaal dit project gerealiseerd zou zijn, me in Waals-Brabant zou kunnen vestigen en mijn administratie volledig in het Nederlands zou kunnen afhandelen. Want een grootstedelijke gemeenschap kan enkel bestaan als ze geen vernuftige poging is van Franstaligen om Brussel alsnog in één richting uit te breiden. Waterloo is evenveel Brusselse agglomeratie als Vilvoorde. Je n'aime pas le bilinguisme à sens unique.

Het is duidelijk dat we, indien we niet over dit kunnen onderhandelen, beter stoppen met België. Want zoals Thisse opmerkt: "Stel dat de meerderheid van de inwoners deze en andere, gelijkaardige voorstellen onaanvaardbaar vindt, dan wordt het hoog tijd om de waarheid onder ogen te zien. Want inderdaad, een scheiding is veruit te verkiezen boven een de huidige verrottingsstrategie." Inderdaad. Als we echt met België voortwillen, als we echt dit land als meertalig project willen behouden, dan moeten we bereid zijn veel verder te denken dan de huidige 'verrottingsstrategie'. Die zelfs de naam 'strategie' niet waardig is. Het huidige systeem is langzaam aan het instorten, en dreigt op termijn maatschappij en politiek danig te verzuren. En iedereen die met politiek bezig is weet waartoe dat kan leiden.

Reacties: christophe.degreef@gmail.com