woensdag 14 mei 2008

Brussel en franchising

Opnieuw in het Nederlands, nu ik toch de smaak te pakken heb. Over het reilen en zeilen in de Belgische en Europese hoofdstad. Ook al heeft dit op het eerste zicht niets te maken met 'Sarajevo Blues'. Wat dat betekent, leg ik overigens nog wel eens uit. Nu ga ik het hebben over franchisewinkels.

Ik ben vorige week bezig geweest met een artikel over franchising in Brussel. Franchising is het vakkundig uitbesteden van een merk aan een zelfstandige ondernemer, zodat een grote winkelketen als Carrefour of Delhaize zelf geen filiaar hoeft te openen, maar tich zijn producten kan verkopen. Voorbeelden hiervan zijn GB Express en Proxy Delhaize. Deze superettes zijn dus vaak geen eigendom van de grote merknamen, maar worden beheerd door zelfstandigen. Die evenwel door een contract gebonden zijn aan de leveranciers en voorwaarden die het grote merk stelt.

Het hoeft niet te verbazen dat de grote vakbonden in België wantrouwig zijn tegenover deze vorm van uitbesteding. Begrijpelijk ook, volgens een syndicale logica. Want zo omzeilen grote winkelketens - overigens legaal - de arbeidswetgeving, hoeven ze niet voor vertegenwoordiging te zorgen en hoeven ze zich niet bezig te houden met sociale pacten en overeenkomsten allerhande. De vakbonden staan op hun achterste poten, omdat volgens hen de werknemers 'uitgebuit' worden door de zelfstandige, die hen in goedkope loondienst heeft. Er lijkt wel iets van aan.

Maar deze logica is ergens bedrieglijk. De arbeidswetgeving omzeil je niet zomaar. Bovendien is franchising een commerciële trend die steeds belangrijker wordt. De consument vraagt ook steeds sneller en breder toegankelijke producten, vraagt van zijn supermarkt dat hij open is op zondag en allerhande feestdagen, vooral in de stad dan. Ik sluit niet uit dat er wel ergens misbruik van de werkuren gemaakt wordt, en dat er wel enkele franchisewinkels zijn die er louche praktijken op nahouden, maar het lijkt me eerder een minderheid.

En de markt? Dat blijft de markt. Die stop je niet zomaar.

Verontrustend is misschien eerder de totale afwezigheid van officiële cijfers in het Brussels Gewest. Onder het mom van - ik citeer kabinetsmedewerker Vincent Henderick (Benoît Cerexhe, CdH) - : "Er zijn teveel vormen van franchising, en het is bijgevolg moeilijk om er concrete cijfers over op te stellen" blijft de opvolging van deze sector dode letter in het Brussels Gewest (BHG). En dat is, op zijn zachtst uitgedrukt, geen argument.

Het is een hoofdstedelijk gewest onwaardig dat hier geen cijfers over bestaan. Wie een gewest wil sturen, vooruithelpen of hoedanook een concreet beleid wil uittekenen dat de economische realiteit ten dienste staat, die heeft cijfers over alle aspecten van de plaatselijke economie, gaande van het aantal geproduceerde goederen en diensten tot de totale winkelomzet op Moederdag. Ik maak een karikatuur, maar het BHG is zijn naam onwaardig als het over deze winkelvorm, die vrij bekend en populair is overigens, geen cijfers heeft.

Het helpt om zich concreet af te vragen wat nu eigenlijk de laatste evoluties zijn in de commerciële sector op het eigen grondgebied. Vanuit die vraag ben ik ook aan mijn artikel begonnen. Vanuit die vraag heb ik er ook een kunnen schrijven. Dat ik geen officiële cijfers kon gebruiken omdat er simpelweg geen waren, is een handicap voor een journalist. Moeten we dan gedwongen worden om feiten ergens op straat los te krabben, om de lezer via omslachtige berekeningen alsnog een verhullende feitencocktail voor te schotelen? Mijn job bestaat daar inderdaad wel grotendeels uit, maar alstublieft, van een overheid verwacht ik dat ze me cijfermateriaal aanlevert.

Daarom een oproep: Brussel, als je een gewest wil zijn, wees er dan één! De entiteit 'Gewest' is hoofdzakelijk een economische entiteit, laat dat dan ook merken...








Geen opmerkingen: