maandag 16 augustus 2010

Peter De Graeve: 'Grenzen zijn spelregels'

Midden juli interviewde ik tezamen met collega Danny Vileyn filosoof Peter De Graeve. Het werd een van de betere interviews die ik voor Brussel Deze Week al afgenomen heb.
Veel is te danken aan de eruditie en verfrissendheid van 's mans ideeën. In tijden van communautaire crisis, heersende angst en dito paranoia wil ik nadenkende mensen graag dit interview bieden. De tekst spreekt voor zich, enige duiding ga ik er dus niet bij geven.


Brussel (15 juli 2010) - Met democratie en mensenrechten wordt te pas en te onpas geschermd om de communautaire problemen in België te duiden. Filosoof Peter De Graeve ziet het anders: het communautaire maakt van België een non-democratie, of, in zijn woorden: een ontspoorde democratie. “Tegenover onze vrijheidsgedachte staat geen gelijkheid.” Een tegendraadse kijk op communautair België. En op de hoofdstad, uiteraard.


Schaarbeek, een laan met brede bomen. Hier woont Peter De Graeve al tien jaar vijf hoog, en in die zin is hij een Brusselaar. Anderen delen hem in bij het Vlaams-nationalisme. Terwijl zijn analyse, de ontsporing van de Belgische democratie, hem naar eigen zeggen ingegeven is door zijn Franse achtergrond. Die visie heeft hij volledig uitgewerkt in zijn essay Staat van ontbinding uit 2008. Wie verwacht dat die visie ongenuanceerd is, moet maar lezen. Makkelijk is ze niet, onrustig wel.

Eerst de actualiteit: de republikein Bart De Wever (N-VA) is al meermaals op het koninklijk paleis uitgenodigd. Een voorbode van Nieuwe Tijden?
Peter De Graeve: “De verdienste van N-VA is dat de partij het Vlaams-natio­nalisme weggeleid heeft van zijn historische ontsporing, belichaamd door het Vlaams Belang. N-VA kun je gerust radicaal-democratisch noemen, Vlaams Belang absoluut niet. Maar je moet de Vlaamse Beweging natuurlijk binnen de ontsporing van de Belgische democratie zien. Maar nieuwe tijden? Geen idee. Misschien, misschien niet.”

Hoe komt u tot de analyse dat de Belgische democratie ontspoord is? U bent allicht niet de enige die dit zegt, maar toch is de gedachte geen gemeengoed.
De Graeve: “Mijn ijver voor het democratische heb ik te danken aan mijn Franse achtergrond. Ik heb jarenlang in Frankrijk gewoond, en heb daar zeer intens de politieke filosofie ervaren. In Frankrijk denkt men nog altijd consequent vanuit de waarden van de Franse Revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap, DV/CD) . Wat je ook van de Franse Revolutie mag denken, ze betekende de doorbraak van de democratie in Europa. Dankzij Frankrijk ben ik anders gaan aankijken tegen de Belgische politieke realiteit. De Belgische revolutie is, in tegenstelling tot de Franse, in slechts één hoofdstuk een lichtpunt: voor de doorbraak van de vrijheidsgedachte. Maar wat men vaak verzwijgt, is dat onze vrijheidsgedachte in 1830 een zeer elitaire vrijheidsgedachte was. Met als gevolg de onevenwichtige verhouding tussen vrijheid en gelijkheid. Wij, Belgen, zijn zeer sterk in het verdedigen van persoonlijke vrijheden – een analyse die de Franse dichter Baudelaire ook maakte toen hij in Brussel verbleef in de jaren 1860. Maar, zoals we kunnen aantonen met het B-H-V-dossier, daar staat geen coherente visie op gelijkheid tegenover. Het is met andere woorden een onevenwicht dat zich vooral laat voelen in Brussel en zijn periferie.”

U zegt: de meerderheid van de Franstaligen in de Rand eist geen rechten, maar voorrechten?
De Graeve: “Sterker nog: men vertaalt die voorrechten als mensenrechten, zoals onlangs nog PS-voorzitter Elio Di Rupo. Daarmee bedoelen de Franstaligen de rechten van een minderheid, waarmee ze denken te appelleren aan de democratie: bescherming van minderheden is inderdaad een fundamenteel aspect van de democratische gedachte. Toch wordt het begrip hier in een verkeerde context gebruikt.”

“Even terug naar de Franse Revolutie, naar de Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen. Daarin zit een logica vervat: dat mensenrechten altijd gestoeld zijn op burgerrechten. Alle individuen binnen een democratische staat zijn gelijk en hebben burgerrechten. Als je die logica gaat universaliseren en uitdragen, dan worden dat mensenrechten.”

“In België is dat blijkbaar anders. Mensenrechten en respect, en solidariteit even goed, worden gebruikt om Vlamingen diets te maken dat ze de Franstaligen moeten respecteren. Respect is van alle tijden, maar respect is niet de grondslag van de democratie. Mijn overgrootvader maakte een kniebuiging toen hij lang geleden de graaf op zijn pad kruiste: dat noemde men respect voor de hogere. In een democratie respecteert de gelijke de medegelijke. Je moet in een democratie eerst de gelijkheid vestigen vooraleer je van respect kunt spreken.”

“Anders dan in Frankrijk zitten we in België met verschillende talen. Dus moet de gelijkheid in ons land rekening houden met die verscheidenheid. Daar zit ’m nu net het conflict. Franstaligen eisen in de Vlaamse Rand het recht op om zich niet te hoeven schikken naar het grondrecht van de gelijkheid zoals die in België officieel is georganiseerd: afgezien van de faciliteitengemeenten geldt in Vlaanderen en Wallonië de eentaligheid, net zoals de eentaligheid van de Franse Republiek een feit is. In Brussel, de hoofdstad, geldt de tweetaligheid, als verzoening. Dat is het democratische ideaal waarop men de gelijkheid in dit land heeft proberen te organiseren. Verzaak je dat, dan heeft België op die manier eerder iets weg van het ancien régime dan van een democratie.”

“Het kan dus geen toeval zijn dat het hele Belgische conflict zich toespitst op Brussel. Brussel is een afzonderlijk gewest, de hoofdstad van het land én de hoofdstad van Europa. De stad maakt met andere woorden aanspraak op alle macht.”

Dan komen we onvermijdelijk bij de vraag of het Brussels Gewest bestaansreden heeft.

De Graeve: “Politiek-filosofisch is het Brussels Gewest een vergissing. Maar hiermee open je de doos van Pandora. De manier waarop Brussel vandaag alles tegelijk is – hoofdstad, gewest én Europese hoofdstad –, vergemakkelijkt de verhoudingen met de buren niet. De hoofdstad kan niet tegelijkertijd gelijke en meerdere zijn. Brussel wil meer geld, maar wil niet de inspraak toelaten die daarmee normaal gezien gepaard gaat. Nu gaan er in Brussel ook stemmen op om een Brusselse identiteit te vormen, waardoor je heel letterlijk een doorgedreven communautarisering in België zou krijgen.”

De Brusselse bevolking wijzigt heel snel, en sommigen zien daar nieuwe kansen voor het Gewest in. Anderen vrezen dat de verschillende gemeenschappen nog meer naast elkaar gaan leven.
De Graeve: “In deze stad legt de demografie een zware hypotheek op de toekomst. De prognose is dat we binnen een tiental jaar met 1,2 miljoen inwoners zitten, wat op de stad en op de Vlaamse Rand drukt. Vervolgens krijgen we een discours dat de communautaire problemen in de Rand probeert te neutraliseren door er een sociaal-economisch denken tegenover te plaatsen. Ik ben materialistisch genoeg om te weten dat macro-economische tendensen sterk wegen op democratische staten, maar je kunt je natuurlijk de vraag stellen wat je wilt in een sociaal-democratie. Wil je dat het sociaal-democratische de economie bepaalt, of andersom? Als democraat maak je keuzes over het type samenleving dat je wilt. Het geeft geen pas om te zeggen dat we binnen een paar jaar wel zullen zien wat er met Brussel gebeurt, wanneer de bevolking toegenomen is. Dat is om problemen vragen. Nu laat men de neoliberale agenda de politiek bepalen.”

“Laat het nu net in progressieve hoek zijn dat je de neoliberale stelling hoort. Je kunt de demografie niet tegenhouden, is het argument. Dan denk ik: als dat je uitgangspunt is, dan ben je bang om keuzes te maken. Moet je echt de demografie de democratie laten bepalen? Progressieven gedragen zich zoals de kinesitherapeuten van het neoliberalisme: laat het kapitalisme maar zijn gang gaan, gooi de grenzen maar open, prijs de globalisering met alle gevolgen van dien, enzovoort. De progressieven laten het kritiekloos gebeuren. Terwijl het net de taak van politiek links is om hierop kritiek te leveren.”

Dat pleit tegen filosofen die hier, anders dan in het buitenland, bijzonder weinig tegengas geven, niet?
De Graeve: “Dat is een strikvraag (lacht) . Maar u hebt wellicht gelijk. Het lijkt wel of men in België alleen afgeleide problemen durft te bespreken, en niet wat er echt toe doet. Men gaat voortdurend in op de interculturaliteit, het racisme, de onverdraagzaamheid, respect voor de ander. Dat is nobel, maar ik vind dat eerder secundaire problemen. Op de fundamentele problemen, het negeren van de democratie, gaat men niet in. Alsof iedereen roept: ‘We zijn voor een groene wereld’, terwijl niemand daar op zich tegen is.”

Links zijn betekent in Brussel ook: Belg zijn en zich ook zo voelen.
De Graeve: “Daar is op zich niets mis mee, ware het niet dat het ene nationalisme salonfähig is en het andere taboe. Het Belgische natio­nalisme is zogezegd veelzijdig en verdraagzaam, terwijl het Vlaamse te mijden is. Mijn standpunt is: alle nationalisme is bij voorkeur te mijden. Wat mij opvalt, is dat je in Brussel nergens Vlaamse leeuwen ziet hangen, en nauwelijks Waalse hanen. Het Belgische nationalisme is dus in hoofdzaak een Brusselse zaak. En toch: nationalisme is nationalisme. Teruggrijpen naar het ene nationalisme om het andere te bestrijden, is enggeestig. Want je bestrijdt de ontsporing van het Vlaamse nationalisme niet met de ontsporing van de Belgische democratie.”

Kunnen we stellen dat, in die logica, de Brusselse identiteit de recentste uitvinding van het Belgische nationalisme is?

De Graeve: “Sterker nog: het is het laatste toevluchtsoord van het Belgische nationalisme. De Brusselaar ziet zichzelf nog altijd als een mens met een missie: de verdraagzaamheid prediken en uitdragen. Allemaal mooi, maar die Brusselse identiteit is veeleer een laatste stuiptrekking van een ter ziele gegane Belgische identiteit. Brussel vindt zichzelf een postmodern toevluchtsoord, een gemeenschapsloze gemeenschap, een identiteitsloze identiteit.”

“Het is een zalige gedachte om te streven naar een identiteitsloze identiteit, alleen is die gedachte een luxegedachte. Het zijn alleen maar de welgestelden die zich de luxe van een non-identiteit kunnen permitteren. Die gelukkige Brusselse identiteit is filosofische onzin. Uiteraard zijn we allemaal wezens met complexe meerlagige identiteiten, maar je kunt niet alle identiteiten op een hoop gooien en denken dat je op die manier een niet-identitaire gemeenschap vormt. Brussel is een meertalige stad, zegt men. Alsof men in Parijs geen 180 talen spreekt. Nochtans is Parijs de eentalige hoofdstad van Frankrijk. Waarom zou Brussel dan niet de tweetalige hoofdstad van België kunnen zijn? Het ene sluit het andere niet uit. Alleen moet het ene – de tweetaligheid – wel nog gepromoot worden vanuit onze democratische logica. Als je twee belangrijke taalgroepen hebt die in een land samenleven, dan kun je in Brussel, waar die twee gemeenschappen elkaar ontmoeten, niet argumenteren dat dat niet van tel is omdat er 180 talen worden gesproken in plaats van twee. Als je de tweetaligheid vervangt door veeltaligheid, dan – ik val in herhaling – neem je binnen België afstand van de democratische idealen die je daarvoor hebt ingesteld.”

Kort door de bocht misschien, maar toch: met uw boek en met wat u nu zegt, wilt u bewijzen dat België hopeloos is.
De Graeve: “Hopeloos in die zin dat België zichzelf achternahinkt. Het heeft zijn start al gemist in 1848, toen Leopold I aan zijn nicht in Engeland schreef, terwijl Frankrijk net het algemeen enkelvoudig stemrecht had ingevoerd: ‘Ik ben trots op mijn volk, want het verroert geen vin.’ We slagen er niet in de gelijkheid definitief te vestigen. We zien niet in dat het communautaire de kern van dat probleem is. We komen niet tot het democratische niveau dat de problemen kan oplossen. De Zwitsers lijken het wel te kunnen, wij niet. Maar het dringt niet of nauwelijks tot ons door. In de plaats daarvan komen we weg met het argument dat B-H-V louter een symbooldossier is. Het is een symbooldossier, in die zin dat het ons gebrek aan principes blootlegt, democratische principes. Het is de kern van ons probleem.”

In dat licht is het merkwaardig dat buitenlanders, vaak uit landen met een sterke democratische traditie, zich het probleem niet lijken te realiseren zodra ze eenmaal hier zijn.
De Graeve: “Deels kennen we de oorzaak: de opinievorming door Franstalige kranten. Maar er is meer. Essentieel in de relatie tussen landen zijn grenzen. Voor de Tweede Wereldoorlog waren dat harde, collectief-egoïstische gegevens, maar sinds de komst van Europa is een grens een spelregel geworden. Als je naar Frankrijk reist, dan weet je dat je Frans moet spreken, dat je in een ander land terechtkomt. Waarom stemt Vlaanderen op N-VA? Omdat Vlamingen aanvoelen dat Franstaligen de grenzen, de spelregels, niet respecteren, terwijl zijzelf dat wel doen. De taalgrens is nu eenmaal een Belgische spelregel. Toch weigert men de Europese logica op België toe te passen.”

Of om het met een citaat uit het boek van De Graeve te zeggen: “België kan beter Europees worden nu het nog mogelijk is. Europa wordt liefst niet al te Belgisch nu dat nog te vermijden valt.”

:: Peter De Graeve, Staat van ontbinding, uitg. Academic and Scientific Publishers (2008), 152 blz. Meer op www.aspeditions.be of 02-289.26.50


Wie is Peter De Graeve?

Peter De Graeve (1959) studeerde rechten en filosofie aan de UGent en specialiseerde zich in de filosofie aan de Sorbonne (Parijs) en in Turijn (Italië). Van 2004 tot 2009 doceerde hij politieke filosofie en esthetica aan de Universiteit Antwerpen.

Vandaag is hij decaan aan de faculteit Architectuur en Kunsten, associatie KU Leuven. Die verenigt academische hogeschoolopleidingen zoals Sint-Lucas Architectuur en Sint-Lucas Beeldende Kunst van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, de Hogeschool Sint-Lukas Brussel en de Katholieke Universiteit Leuven.

De Graeve is lid van de Gravensteengroep, die pleit voor een open, divers en zelfstandig Vlaanderen.

Christophe Degreef en Danny Vileyn — © Brussel Deze Week

De tekst is raadpleegbaar op:

http://www.brusselnieuws.be/artikels/politiek/2018grenzen-zijn-spelregels2019/?searchterm=peter%20de%20graeve

Geen opmerkingen: