Vandaag gelezen in een persbericht: de Brusselse actiegroep tegen nachtvluchten 'Bruxelles Air Libre Brussel' wil Brussels Airport tijdelijk sluiten als de huidige noordoostenwind zou blijven aanhouden. Mijns inziens heeft de vliegtuigcrash van afgelopen zondag meer kwalijke gevolgen dan verwacht, alleen treft ze de verkeerde mensen.
Er wordt in sommige politieke kringen weleens gezegd dat Vlaanderen Brussel niet wil. Een stelling die ik staaf noch onderschrijf. Een oproep als die van Air Libre doet me eerder iets anders vermoeden. Namelijk dat Brussel zijn luchthaven niet moet. Du jamais vu.
Een hoofdstad die misschien wel zijn voornaamste toegangspoort in zulk een daglicht stelt kan moeilijk een hoofdstad zijn. Gelukkig betreft het hier maar de mening van een groepering. Dat die groepering, volgens eigen waarneming, toch heel wat aanhang heeft, dwingt evenwel tot nadenken.
De kern van het probleem zit hem in het baangebruik bij noordoostenwind. Vermits baan 02/20 momenteel niet gebruikt kan worden wegens een vliegtuigwrak op het uiteinde er van, moeten vliegtuigen voor landingen gebruik maken van landingsbaan 7L, waarvan de aanvliegroute boven de noordoostelijke gemeenten van het Brussels Gewest ligt. En verder: het Pajottenland. Daar zitten ze nu dus - logisch - met veel overvliegende toestellen. En dat zijn ze daar niet gewoon, omdat baan 7L zelden gebruikt wordt voor landingen.
Het toeval dwingt de luchtvaartautoriteiten nu echter gebruik te maken van deze baan. Dat daarmee heel wat mensen in hun (nacht)rust gestoord zijn, kan ik best begrijpen. Maar het is tijdelijk, tot het wrak van de Boeing is geborgen. Daarnaa wordt zeer waarschijnlijk opnieuw naar de gebruikelijke configuratie overgeschakeld.
Als je landende vliegtuigen boven je huis niet gewoon bent, dan kan je er van schrikken. Maar dat maakt een landing nog niet noodzakelijk onveilig, zelf al gebeurt het boven een dichtbevolkt stadsdeel. Maar dat dergelijke schrikreacties leiden tot een absurd voorstel als 'de luchthaven moet gesloten worden', enkel en alleen omdat de vliegtuigen die Brussels Airport aandoen momenteel moeilijk anders kunnen landen, getuigt eerder van een alarmerende vorm van kortzichtigheid, dan van een doordachte oproep.
Dat aanvliegroutes niet boven de dichtst bewoonde zones liggen, is logisch, en een luchthaven dient rekening te houden met zijn omwonenden. Maar volgens mij wordt dat al gedaan. De meeste vliegtuigen landen op de banen 25L en 25R, waarvan de aanvliegroutes grotendeels boven dichter bevolkte delen Vlaanderen liggen, om niet te zeggen, velden. Ik kan het weten, want ik woon er. Bij het opstijgen op dezelfde banen, wat eveneens het meest frequent voorkomt, houden vliegtuigen daarentegen ook al rekening met Brussel, vermits ze bij het opstijgen meestal al een grote bocht maken om de dichtst bewoonde stadsdelen te mijden.
En over de risicofactor: ik fietste vroeger naar school langs het wegje waar nu het wrak van de Kalitta Boeing 747 ligt. Dat is, achteraf gezien, risico. Maar ik heb me nooit echt veel vragen gesteld over het risico dat gepaard gaat met het wonen naast een luchthaven. It's part of the game. Volgens mij is de angst van actiegroepen als Air Libre eerder gespeeld, en berust het op een aangepaste versie van het bekende nimby-syndroom. Crashen mag, maar niet in mijn achtertuin. Diegenen die eigenlijk het minst hoeven te vrezen voor ongelukken, vrezen het meest luidop. En zeggen dat die mensen van op afstand willen bepleiten dat Brussels Airport een regionaal luchthaventje moet worden. Er is nood aan dialoog, en de luchthaven heeft een spreidingsplan nodig, alleen omdat dat het eerlijkst is. Maar dat spreidingsplan moet gebaseerd worden op veiligheid en welzijn, en niet op de plotse angsten van een select clubje. Zolang niet bewezen is dat het gebruik van baan 7L gevaarlijk is, zijn reacties als deze overbodig, en voeden zij het debat niet. Integendeel.
Reacties: christophe.degreef@gmail.com
dinsdag 27 mei 2008
Opinie op dinsdag
In navolging van de talloze mensen-die-iets-te-zeggen-hebben-op-het-net, heb ik besloten voortaan een wekelijks opiniestuk te schrijven. Dat kan gaan over mijn kijk op een actueel nieuwsfeit, tot een filosofische reflectie over de dingen des levens. Met als rode draad: mijn (toekomstig) werk als journalist, en hoe mijn persoonlijkheid dat concreet vertaalt.
Uiteraard zijn er in deze wereld al talloze bloggers die er een kunst van maken over verscheidene onderwerpen hun mening te geven, soms zelfs te spuien. Dat past binnen een evolutie, die, ook al ben ik er geen overtuigde voorstander van, niet echt kan tegengehouden worden. Misschien moeten we ons als burgers open opstellen tegenover dit fenomeen, eerder dan de vooruitgang tegen te houden.
Op voorwaarde evenwel dat er een zekere standaard in acht wordt genomen. Er zijn genoeg scheldfora op het internet die fundamentele onwetendheid propageren en als zoveelste kunst verheffen. Er zijn genoeg scheldhoekjes in het wereldwijde kluwen, die de wereldwijde anonimiteit - paradoxaal genoeg een direct gevolg van meer communicatiemogelijkheden - als beschermend pantser hanteren om lekker loos te gaan in gebral, populisme en frustratie. Het moge duidelijk weze dat ik daar niets tegen in kan brengen, buiten het op een eigen forum aan de kaak stellen dan.
Soit. Lustige lezers kunnen zich op mijn persoonlijke blog, die ik eindelijk eens wil opwaarderen, te goed doen aan mijn mening. Uiteraard bent u geheel vrij te reageren. De wetten van de vrije meningsuiting vereisen dat immers.
Een ijdele poging? Misschien wel. Misschien ook niet. Het is hoedanook een poging, en dat is de hoofdzaak. Ik kan moeilijk stilzitten, en het wordt eens tijd dat ik - dankzij deze blog - aan een aantal nieuwe projecten begin. U weze gewaarschuwd.
Christophe
Uiteraard zijn er in deze wereld al talloze bloggers die er een kunst van maken over verscheidene onderwerpen hun mening te geven, soms zelfs te spuien. Dat past binnen een evolutie, die, ook al ben ik er geen overtuigde voorstander van, niet echt kan tegengehouden worden. Misschien moeten we ons als burgers open opstellen tegenover dit fenomeen, eerder dan de vooruitgang tegen te houden.
Op voorwaarde evenwel dat er een zekere standaard in acht wordt genomen. Er zijn genoeg scheldfora op het internet die fundamentele onwetendheid propageren en als zoveelste kunst verheffen. Er zijn genoeg scheldhoekjes in het wereldwijde kluwen, die de wereldwijde anonimiteit - paradoxaal genoeg een direct gevolg van meer communicatiemogelijkheden - als beschermend pantser hanteren om lekker loos te gaan in gebral, populisme en frustratie. Het moge duidelijk weze dat ik daar niets tegen in kan brengen, buiten het op een eigen forum aan de kaak stellen dan.
Soit. Lustige lezers kunnen zich op mijn persoonlijke blog, die ik eindelijk eens wil opwaarderen, te goed doen aan mijn mening. Uiteraard bent u geheel vrij te reageren. De wetten van de vrije meningsuiting vereisen dat immers.
Een ijdele poging? Misschien wel. Misschien ook niet. Het is hoedanook een poging, en dat is de hoofdzaak. Ik kan moeilijk stilzitten, en het wordt eens tijd dat ik - dankzij deze blog - aan een aantal nieuwe projecten begin. U weze gewaarschuwd.
Christophe
woensdag 14 mei 2008
Brussel en franchising
Opnieuw in het Nederlands, nu ik toch de smaak te pakken heb. Over het reilen en zeilen in de Belgische en Europese hoofdstad. Ook al heeft dit op het eerste zicht niets te maken met 'Sarajevo Blues'. Wat dat betekent, leg ik overigens nog wel eens uit. Nu ga ik het hebben over franchisewinkels.
Ik ben vorige week bezig geweest met een artikel over franchising in Brussel. Franchising is het vakkundig uitbesteden van een merk aan een zelfstandige ondernemer, zodat een grote winkelketen als Carrefour of Delhaize zelf geen filiaar hoeft te openen, maar tich zijn producten kan verkopen. Voorbeelden hiervan zijn GB Express en Proxy Delhaize. Deze superettes zijn dus vaak geen eigendom van de grote merknamen, maar worden beheerd door zelfstandigen. Die evenwel door een contract gebonden zijn aan de leveranciers en voorwaarden die het grote merk stelt.
Het hoeft niet te verbazen dat de grote vakbonden in België wantrouwig zijn tegenover deze vorm van uitbesteding. Begrijpelijk ook, volgens een syndicale logica. Want zo omzeilen grote winkelketens - overigens legaal - de arbeidswetgeving, hoeven ze niet voor vertegenwoordiging te zorgen en hoeven ze zich niet bezig te houden met sociale pacten en overeenkomsten allerhande. De vakbonden staan op hun achterste poten, omdat volgens hen de werknemers 'uitgebuit' worden door de zelfstandige, die hen in goedkope loondienst heeft. Er lijkt wel iets van aan.
Maar deze logica is ergens bedrieglijk. De arbeidswetgeving omzeil je niet zomaar. Bovendien is franchising een commerciële trend die steeds belangrijker wordt. De consument vraagt ook steeds sneller en breder toegankelijke producten, vraagt van zijn supermarkt dat hij open is op zondag en allerhande feestdagen, vooral in de stad dan. Ik sluit niet uit dat er wel ergens misbruik van de werkuren gemaakt wordt, en dat er wel enkele franchisewinkels zijn die er louche praktijken op nahouden, maar het lijkt me eerder een minderheid.
En de markt? Dat blijft de markt. Die stop je niet zomaar.
Verontrustend is misschien eerder de totale afwezigheid van officiële cijfers in het Brussels Gewest. Onder het mom van - ik citeer kabinetsmedewerker Vincent Henderick (Benoît Cerexhe, CdH) - : "Er zijn teveel vormen van franchising, en het is bijgevolg moeilijk om er concrete cijfers over op te stellen" blijft de opvolging van deze sector dode letter in het Brussels Gewest (BHG). En dat is, op zijn zachtst uitgedrukt, geen argument.
Het is een hoofdstedelijk gewest onwaardig dat hier geen cijfers over bestaan. Wie een gewest wil sturen, vooruithelpen of hoedanook een concreet beleid wil uittekenen dat de economische realiteit ten dienste staat, die heeft cijfers over alle aspecten van de plaatselijke economie, gaande van het aantal geproduceerde goederen en diensten tot de totale winkelomzet op Moederdag. Ik maak een karikatuur, maar het BHG is zijn naam onwaardig als het over deze winkelvorm, die vrij bekend en populair is overigens, geen cijfers heeft.
Het helpt om zich concreet af te vragen wat nu eigenlijk de laatste evoluties zijn in de commerciële sector op het eigen grondgebied. Vanuit die vraag ben ik ook aan mijn artikel begonnen. Vanuit die vraag heb ik er ook een kunnen schrijven. Dat ik geen officiële cijfers kon gebruiken omdat er simpelweg geen waren, is een handicap voor een journalist. Moeten we dan gedwongen worden om feiten ergens op straat los te krabben, om de lezer via omslachtige berekeningen alsnog een verhullende feitencocktail voor te schotelen? Mijn job bestaat daar inderdaad wel grotendeels uit, maar alstublieft, van een overheid verwacht ik dat ze me cijfermateriaal aanlevert.
Daarom een oproep: Brussel, als je een gewest wil zijn, wees er dan één! De entiteit 'Gewest' is hoofdzakelijk een economische entiteit, laat dat dan ook merken...
Ik ben vorige week bezig geweest met een artikel over franchising in Brussel. Franchising is het vakkundig uitbesteden van een merk aan een zelfstandige ondernemer, zodat een grote winkelketen als Carrefour of Delhaize zelf geen filiaar hoeft te openen, maar tich zijn producten kan verkopen. Voorbeelden hiervan zijn GB Express en Proxy Delhaize. Deze superettes zijn dus vaak geen eigendom van de grote merknamen, maar worden beheerd door zelfstandigen. Die evenwel door een contract gebonden zijn aan de leveranciers en voorwaarden die het grote merk stelt.
Het hoeft niet te verbazen dat de grote vakbonden in België wantrouwig zijn tegenover deze vorm van uitbesteding. Begrijpelijk ook, volgens een syndicale logica. Want zo omzeilen grote winkelketens - overigens legaal - de arbeidswetgeving, hoeven ze niet voor vertegenwoordiging te zorgen en hoeven ze zich niet bezig te houden met sociale pacten en overeenkomsten allerhande. De vakbonden staan op hun achterste poten, omdat volgens hen de werknemers 'uitgebuit' worden door de zelfstandige, die hen in goedkope loondienst heeft. Er lijkt wel iets van aan.
Maar deze logica is ergens bedrieglijk. De arbeidswetgeving omzeil je niet zomaar. Bovendien is franchising een commerciële trend die steeds belangrijker wordt. De consument vraagt ook steeds sneller en breder toegankelijke producten, vraagt van zijn supermarkt dat hij open is op zondag en allerhande feestdagen, vooral in de stad dan. Ik sluit niet uit dat er wel ergens misbruik van de werkuren gemaakt wordt, en dat er wel enkele franchisewinkels zijn die er louche praktijken op nahouden, maar het lijkt me eerder een minderheid.
En de markt? Dat blijft de markt. Die stop je niet zomaar.
Verontrustend is misschien eerder de totale afwezigheid van officiële cijfers in het Brussels Gewest. Onder het mom van - ik citeer kabinetsmedewerker Vincent Henderick (Benoît Cerexhe, CdH) - : "Er zijn teveel vormen van franchising, en het is bijgevolg moeilijk om er concrete cijfers over op te stellen" blijft de opvolging van deze sector dode letter in het Brussels Gewest (BHG). En dat is, op zijn zachtst uitgedrukt, geen argument.
Het is een hoofdstedelijk gewest onwaardig dat hier geen cijfers over bestaan. Wie een gewest wil sturen, vooruithelpen of hoedanook een concreet beleid wil uittekenen dat de economische realiteit ten dienste staat, die heeft cijfers over alle aspecten van de plaatselijke economie, gaande van het aantal geproduceerde goederen en diensten tot de totale winkelomzet op Moederdag. Ik maak een karikatuur, maar het BHG is zijn naam onwaardig als het over deze winkelvorm, die vrij bekend en populair is overigens, geen cijfers heeft.
Het helpt om zich concreet af te vragen wat nu eigenlijk de laatste evoluties zijn in de commerciële sector op het eigen grondgebied. Vanuit die vraag ben ik ook aan mijn artikel begonnen. Vanuit die vraag heb ik er ook een kunnen schrijven. Dat ik geen officiële cijfers kon gebruiken omdat er simpelweg geen waren, is een handicap voor een journalist. Moeten we dan gedwongen worden om feiten ergens op straat los te krabben, om de lezer via omslachtige berekeningen alsnog een verhullende feitencocktail voor te schotelen? Mijn job bestaat daar inderdaad wel grotendeels uit, maar alstublieft, van een overheid verwacht ik dat ze me cijfermateriaal aanlevert.
Daarom een oproep: Brussel, als je een gewest wil zijn, wees er dan één! De entiteit 'Gewest' is hoofdzakelijk een economische entiteit, laat dat dan ook merken...
Abonneren op:
Posts (Atom)